Rhapsody in Blue
In het seizoen 2002 – 2003 stond het project “Rhapsody in Blue” centraal. De basis van dit project vormt natuurlijk de compositie Rhapsody in Blue van George Gershwin. Wat betreft de uitvoering keerde de band weer helemaal terug naar het oorspronkelijke karakter van de compositie!
Onderstaand vindt u achtergrond over George Gershwin en de compositie.
George Gershwin
Brooklyn, New York, 26 sept. 1898 – Hollywood 11 juli 1937
Gershwin was de zoon van immigranten uit Rusland (Gersjovitsj). Vanaf zijn 12e jaar kreeg hij pianolessen. In 1913 schreef hij zijn eerste song, Since I found you; zijn eerste instrumentale werk was een piano-rag, getiteld Rialto ripples (1916). Voor hij in 1917 repetitor werd bij de door hem zeer bewonderde musicalcomponist Jerome Kern (1885-1945), maakte Gershwin een groot aantal pianorollen met populaire nummers, soms onder eigen naam, soms onder pseudoniem.
Op verzoek van de orkestleider Paul Whiteman (1890-1967) schreef hij in 1923 een `symfonische jazzcompositie‘: de Rhapsody in blue voor piano en jazzband. De eerste uitvoering, op 12 februari 1924 in New York, werd bijgewoond door vele groten uit de muziekwereld: Sousa, Heifetz, Kreisler, Rachmaninov, Stokowsky, Stravinsky. In 1926 ontstond de versie voor piano en symfonieorkest; de instrumentatie was, evenals die van de eerste versie, van de componist Ferde Grofé. Het pianoconcert in F (1925) werd door Gershwin zelf geïnstrumenteerd.
Van 1918 af schreef Gershwin vrijwel elk jaar muziek voor één of meer musical comedies, o.a. The scandals of 1920 (1920), Lady be good (1924), Tip toes (1925), Oh Kay (1926), Funny face (1927), Girl crazy (1930) en Of thee I sing (1931); zijn broer Ira Gershwin schreef dikwijls de liedteksten.
In 1934 begon Gershwin aan zijn meesterwerk, de opera Porgy and Bess, naar de roman Porgy (1925) van DuBose Heyward (1885-1940). Hiervoor maakte hij een diepgaande studie van de negermuziek uit de zuidelijke staten; de recitatieven paste hij aan de typische negerdictie aan. De première vond plaats in Boston op 30 september 1935. Begin 1936 verhuisde Gershwin naar Hollywood, waar hij ruim een jaar later overleed aan een hersentumor.
In zijn streven de jazz te combineren met symfonische muziek is Gershwin in een aantal werken (Rhapsody in blue, An American in Paris, Cuban overture waarvan de oorspronkelijke titel Rhumba luidde) uitstekend geslaagd. Zijn songs, met hun trefzekere melodieën, harmonieën en ritmen, waren een blijvend succes (I got rhythm, Lady be good, The man I love, Somebody loves me, Strike up the band), evenals de opera Porgy and Bess, die nationaal Amerikaans bezit is geworden, overal ter wereld is opgevoerd en in 1958 door Otto Preminger is verfilmd, met o.a. Sammy Davis jr. en Sidney Poitier.
Gastpianist was de in Tilburg, Warschau en Parijs klassiek geschoolde pianist Peter Zimmerman.